Hoe herken je het omgaan met verlies in je kind?
Ongeacht welke leeftijd, alle kinderen zullen met verlies en afscheid te maken krijgen. Dat kan beginnen met iets kleins, zoals het dierbare knuffeltje vergeten in de trein of na een bezoek aan iemand. Verlies is als je huisdier doodgaat. Verlies is als ouders gaan scheiden. Verlies voel je ook als je gaat verhuizen, afscheid moet nemen van vriendjes of als je allereerste verkering uitgaat. En wat dacht je van het afscheid nemen van de basisschool en naar de middelbare school gaan?
Als ouder wil je je kind leren om ruimte te maken om te rouwen en om met het verlies om te gaan. Als kinderen en jongeren niet die ruimte krijgen om te ervaren wat verlies is en hoe ze dat een plek kunnen geven, dan kan dit leiden tot klachten op een later moment. Dan herken je ze niet meer als verdriet van het verlies van toen, maar zijn het voor jou als ouder gedragsproblemen en/of psychosomatische klachten.
Hoe herken je het omgaan met verlies in je kind?
Tussen de 0 en 18 jaar tonen kinderen en jongeren hun rouwproces op verschillende manieren. Vaak vallen ze terug in hun ontwikkeling. Ze kunnen meer aandacht willen hebben, vaker vragen om te knuffelen, angsten ontwikkelen, weer in bed gaan plassen, babyachtig gaan praten.
Geboorte – 2 jaar: Het jonge kind heeft nog geen besef van verlies, maar zal het wel degelijk voelen. Vaak is dat te zien doordat ze moeite hebben met slapen. Het kind kan zich aan je vastklampen, kan meer gaan huilen en kan meer driftbuien gaan krijgen.
2-4 jaar: Verlies wordt gezien als iets wat maar tijdelijk is. Het kind kan angstig reageren als de routine verandert. Het zal herhaaldelijk vragen blijven stellen. Ook hier zie je veranderingen in de slaap of het naar bed gaan, een terugval bij het leren zindelijk worden, bang om alleen gelaten te worden, driftbuien en het weer terug willen hebben van oud babyspeelgoed.
4-7 jaar: Verlies is nog steeds iets tijdelijks, iets wat weer teruggedraaid kan worden. Kinderen kunnen gaan denken dat zij de oorzaak zijn van het verlies. ‘Ik heb gedacht dat hij dood moest gaan en toen is het ook nog echt gebeurd’. Kinderen kunnen ook net doen of niets gebeurd is. Ook nu kun je veranderingen waarnemen in eten en slapen, nachtmerries, ruw spelgedrag, gedragsproblemen, boosheid.
7-11 jaar: Kinderen beginnen zich te realiseren dat het verlies een feit is en dat het niet teruggedraaid kan worden. Ze willen er meer over weten, kijken ook hoe anderen reageren en ze beginnen rouwen te begrijpen. Kinderen laten boosheid en verdriet zien, voelen zich anders dan andere kinderen, kunnen zich terugtrekken wanneer andere vriendjes samen spelen, kunnen pijntjes voelen in het lichaam.
12-18 jaar: Het verlies wordt gezien als een onomkeerbaar verlies. Alhoewel de familie nog steeds belangrijk is in het rouwproces, spelen leeftijdgenoten een belangrijke rol; ze kunnen het delen met hun vrienden. Wat je ook terug kunt zien in jongeren is boosheid, angsten, moeite hebben met concentreren en kunnen ze risicovol gedrag vertonen, zoals gebruik van alcohol of drugs.
Het belangrijkste wat je als ouders kunt doen bij welke vorm van verlies dan ook, is het stilstaan bij wat er gebeurd is en wat dat betekent. Het gaat over het beseffen en erkennen van de realiteit. Daarbij is het belangrijk dat de ruimte moet gegeven worden om gevoelens te uiten. Als ouder geef je de mogelijkheid aan het kind om alle gevoelens die gevoeld worden te laten zien, te erkennen dat ze er zijn en dat ze er ook mógen zijn.
Samengevat; Omgaan met verlies: Op rouwen staat geen datum, het is een proces dat op en neer gaat en als het kind en de jongere weet dat het altijd een veilige plek thuis heeft om erover te praten dan is dat al een mooie en belangrijke stap in het leren omgaan met verlies.