Heb je ze ook wel eens?

Heb je ze ook wel eens?

Heb je ze ook wel eens? Die nare gedachten in je hoofd: ‘Het gaat me niet lukken, het zal wel weer een onvoldoende worden, ik ben best wel dom, lelijk, raar enz.’. Heel vervelend zijn deze gedachten. Ze bijten zich vast in je brein en het lijkt wel alsof ze er de hele tijd zijn en niet meer weggaan. Wist je dat je van de 40.000 gedachten die je op een dag hebt, 70% niet-helpende gedachten zijn?

Tijd om er wat aan te doen dus!

Veel kinderen, die bij mij aan hun uitdagingen gaan werken, hebben veel last van deze niet-helpende gedachten. Ze kunnen zich niet concentreren op school, lopen mooie kansen mis, krijgen depressieve klachten, hebben een slechte relatie met hun vrienden en/of familie, durven zich niet te presenteren enz.

Hoe komt het toch dat kinderen en ook wij, als volwassenen zulke negatieve, niet-helpende gedachten hebben? In het begin van de tijd van de mens hadden negatieve gedachten een functie. Men moest overleven en dus moest bij elke bes, plant, dier eerst gedacht worden: ‘Van deze bes, plant, dier kan ik ziek worden of doodgaan’. Deze negatieve en angstige gedachten zorgden ervoor dat je je beschermde.

Deze manier van denken zit ook nu nog in ons hoofd. We willen onszelf nog steeds beschermen tegen gevaar en dat is goed. Echter, onze tijd en onze uitdagingen zijn anders dan vroeger, maar het brein wil ons nog steeds waarschuwen. Dat betekent dat negatieve gedachten ook kunnen opkomen in situaties, waar ze ons tegenhouden om o.a. leuke dingen te doen, uitdagingen aan te gaan en blijdschap te omarmen. Deze niet-helpende, negatieve gedachten zorgen ervoor dat je emotionele pijn gaat voelen en deze pijn ga je voelen door  verdrietig te zijn, teleurgesteld, ongerust etc. Het gevolg is dat je je terugtrekt, niet meer leert, niets meer durft, constant bang bent etc.  

Neem eens de tijd om jouw negatieve gedachten te onderzoeken. Maak vier kolommen op een A4’tje. In de eerste kolom schrijf je je niet-helpende gedachten op. In de tweede kolom zoek je bewijzen die maken dat de gedachte waar is. In de derde kolom zoek je naar bewijzen die maken dat deze gedachte niet klopt. In de vierde kolom zoek je een gedachte die jou gaat helpen en ervoor zorgt dat je vriendelijker met jezelf omgaat.

Wat is je gedachte?

Bewijzen voor deze gedachte

Bewijzen tegen deze gedachte

Wat is een meer evenwichtige gedachte en gaat jou helpen?

Voorbeeld 1

Niemand vindt me leuk.

Op het speelplein stond ik alleen en niemand kwam naar me toe.

Na school heb ik vaak speelafspraakjes.

Er is vast wel iemand op het speelplein die met me wil spelen OF Ik kan ook iets leuks bedenken om in mijn eentje te doen.

Voorbeeld 2

Ik leer niet, want ik haal toch een onvoldoende voor mijn toets. Ik kan het niet.

Vorige keer had ik geleerd en had ik ook een onvoldoende.

Ik sta er niet zo slecht voor met mijn cijfers.

Als ik oefen word ik beter OF ik mag om hulp vragen

Door op je gedachten in te zoomen en te onderzoeken, geef je jezelf de kans om te leren evenwichtiger te denken. Positieve, helpende gedachten laten je vriendelijker naar jezelf kijken en kunnen ervoor zorgen dat je je beter voelt. Dus wees je eigen detective en spoor ze eens op, die niet-helpende gedachten en ga eens bewijzen verzamelen om te kijken of ze echt wel kloppen.

Laat maar eens weten wat je onderzocht hebt!

Samengevat:

Niet alles wat je denkt is waar. Je brein probeert je de hele tijd te waarschuwen voor allerlei gevaar; gevaar dat er helemaal niet is. Daardoor is de kans groot dat je mooie ervaringen misloopt of dat je er niet achter kunt komen dat je mooie talenten hebt. Ga je gedachten eens onderzoeken en kijk eens of ze echt wel waar zijn en probeer dan te zoeken naar gedachten die jou helpen om een uitdaging aan te pakken.

Leave a Reply

Close Menu